Ik heb mosselen gegeten. Was lekker. Mijn zoon kwam even kijken.
Hij: Is een mossel een beest?
Ik: Ja, dat is een beest.
Hij: Mag ik zien, mag ik zien?!
Ik: *laat mossel zien*.
Hij: Waar zitten z'n ogen?
Ik: Hij heeft geen ogen.
Hij: Oh, hoe weet hij dan waar hij heen moet?