Een mooie dagdraad vandaag, mindfull, met aandacht.
Ik kan er niet in mee, ik ben aan het overleven. Al een tijdje, niemand ziet het, want ik laat het niet/ nauwelijks zien, een heel klein beetje bij een paar vriendinnen. Want ik heb een nieuw huis, ik ben er op vooruitgegaan, dus het gaat goed met mij. Net als na mijn scheiding, toen was ik opgelucht, of althans dat hoorde ik te zijn.
Ik was het niet, ik was verdrietig en ongelukkig, net als nu. Maar ik zeg het niet. Maar zo langzamerhand voel ik me als een vulkaan die op uitbarsten staat, alleen ik explodeer niet, ik implodeer. En imploderen betekende of kon betekenen: eten, drinken, roken. O ja, en mijzelf opsluiten, isoleren.
Dat wilde ik minder gaan doen, mijzelf isoleren. Maar ik doe het weer, in ieder geval even. Ik moet weer op de rails komen.
Voor en na de verhuizing was ik sterk, tot ieders en mijn eigen verbazing. Voor mijn omgeving betekent dit: zie je wel, je “kunt het”. Het? Een klus klaren? Ja dat kan ik. Leven? Niet zo goed.
Ik was sterk, ik heb veel gedaan, veel geregeld. En daarbij ben ik gigantisch over mijn grenzen gegaan, dat wist ik, dat kon voor mij ook niet anders, ik wist niet hoe ik het anders moest of kon doen. Ik weet hoe het in dit soort situaties bij mij werkt, ik zet mijzelf volledig in en sluit alle angst, onzekerheid, somberheid op in een kerker ergens diep in mijzelf. Dat kan ik een tijdje volhouden, tot het niet meer gaat of tot een klus geklaard is. De buitenwereld weet niet of weinig van die kerker. Voor hen was ik “beter” en dat kwam door mijn nieuwe huis.
Maar ik ben zelf degene die is verhuisd, mét mijn depressies, mijn angsten, mijn wanhoop. Die zijn weer uit hun kerker gekomen en wonen hier nu ook. Ze zijn overal, ook in mijn tuin. Ik wil ze niet, maar ze zijn er en ik moet er mee omgaan, dat moet ik al heel lang.
Vanmorgen durfde ik weer mijn bed niet uit. Gisteren eigenlijk ook niet maar toen moest ik naar het museum en dan kan ik mijzelf dwingen, omdat men op mij rekent en ik daar een taak heb.
Vandaag zou ik gaan wandelen, spinnen, circuittraining ed. Het is mijn sportwoensdag, Maar ik ga niet, ik kan nu geen mensen zien. Gisteren vond ik de knop nog wel weer, als die om is merk je niets aan me. Dan zie je de wanhoop en somberheid niet want die laat ik niet zien.
Als Jekell and Hyde , zo gedraag ik mij. Naar buiten toe ben ik mevrouw Jekell, het vriendelijke best opgewekte mens, van binnen ben ik een soort Mevrouw Hyde (niet het misdadige) wiens gevoel mijlen ver afstaat van haar gedrag.
Mijn buurman heeft net besloten dat hij gaat zegen en schuren en óók zijn muziek wil kunnen horen, ik ben van mijn apropos. Ben meteen de draad kwijt.
Ik schrijf hier omdat ik wel wil delen, wel wil zeggen hoe ik mij voel, even een beetje druk van de ketel wil.
Mijn eerder berichten heb ik verwijderd omdat ik bang ben dat ik op een negatieve manier aandacht vraag, mij als slachtoffer gedraag. Oud thema.
Nu laat ik het maar staan.