Woorddomino, deel II

[lady jane]

mijten zijn parasieten die schurft kunnen veroorzaken en daar heb ik weer de schurft aan

[Aicha]

aan schurft heb ik ook de schurft

[lady jane]

schurftig hoor om zo met schurft bezig te blijven:D

[Aicha]

blijven we toch lekker schurftig bezig :D:D

[lady jane]

bezige schurftige bijtjes

[Aicha]

bijtjes kunnen last krijgen van de varroamijt en daar kunnen ze ziektes door oplopen wat dacht je van o.a. .................. schurft

[Yvonne]

Schurftige honden zijn niet te benijden.

[Aicha]

benijden doe ik dat ook niet honden met schurft zijn zoooooooo zielig

[VM1]

Zielig heb ik altijd een raar woord gevonden.

[Aicha]

gevonden heb ik wel eens een portemonnee helaas zonder inhoud :$

[VM1]

Inhoudelijke dingen kunnen soms interessant zijn.

[Aicha]

zijn, is eigenlijk best een moeilijk Nederlands woord

1zijn (ik ben, jij bent, hij is; ik was, wij waren; is geweest)

1

een werkelijkheid vormen; bestaan: er zijn geen reuzen

2

leven: hij is niet meer hij is dood

3

zich bevinden: vader is op zee

4

plaatsvinden, gebeuren: het was in de maand augustus

5

schelen: wat is er toch?

6

behoren tot het bezit: die fiets is van mij

7

afkomst hebben: van wie is dat schilderij? (a) wie heeft het gemaakt?; ( wie is de eigenaar?

2zijn (koppelwerkwoord)

1

(met bijvoeglijk naamwoord) : het is warm

2

(met bijwoord) : de kachel is aan; het zij zo zo moet het dan maar, het is niet anders

3

(met zelfstandig naamwoord) : dit is een museum

4

(met voornaamwoord) : jij bent 'm (bij het spelen) hij die moet vangen enz.; dat is het 'm daar zit de moeilijkheid

5

(met onbepaalde wijs) : dat is nog eens lopen

6

(met voorzetselgroep) : het is van belang

¶

een aardig gebaar, zij het dat het wat laat kwam ook al kwam het wat laat; ware het niet dat … als het niet zo was dat …

3zijn (hulpwerkwoord)

1

gevolgd door een voltooid deelwoord: wanneer is het gebeurd?

2

om de lijdende vorm uit te drukken: hij is gebeten door een hond

4zijn (het; o)

1

het bestaan

5zijn (bezittelijk voornaamwoord)

1

van hem: zijn jas; ieder het zijne

[lady jane]

woord van voorgaande zin gebruiken als start van één nieuwe zin

[Aicha]

zin had ik om een beetje te plagen en was toch netjes met 1 zin begonnen?

[lady jane]

begonnen netjes en geeindigd met met plagen, daar houd ik wel van hoor, mag het zelf ook graag doen

[Aicha]

doe we dat in het vervolg toch vaker

[lady jane]

vak ergonomie zat helaas niet in mijn vakkenpakket

[Yvonne]

Pakketpost krijgen vind ik altijd leuk.

[Aicha]

leuk vind ik die pakketpost niet want het is meestal voor de buren

[Jaap]

[lady jane]

men senseoot wat af dezer dagen als ik al die afgedankte koffiezetters bij de kringloop zie

[Aicha]

zie ik me daar in ene dat die troela van een Jane me weer voor is geweest

[lady jane]

geweest is verleden tijd, maar ik ben er nog gewoon hoor, enne hoezo troela?

[Aicha]

troela was aardig bedoelt hoor lieve, aardige, schattige, echte Uggs-dragende Jane

[lady jane]

Jane nam wraak voor jouw geplaag van gisteren meis, beetje rancuneus op zn tijd ben ik wel:D