Vandaag is het vier jaar geleden dat ik te horen kreeg dat ik ongeneeslijk ziek was en binnen afzienbare tijd zou sterven.
Als de arts gelijk had gehad, was ik er nu niet meer geweest.
Maar ik ben er nog wel en daar heb ik gemengde gevoelens over.
Waar het om gaat is dat ik vooruit moet, niet moet blijven hangen in dat wat niet is gebeurd en misschien nog heel lang op zich laat wachten.
Ik had een heel verhaal geschreven, maar ik heb het weggehaald, het voegde uiteindelijk niets toe en ik werd er zelf ook niet vrolijk van.
Toen ben ik maar gaan wandelen. Bij mij in de buurt staan een paar fitness apparaten buiten. Ik durfde er niet eerder op te gaan, want: “er komen heel veel mensen langs en die kijken allemaal en vinden mij dan vast heel stom”.
Vandaag heb ik het toch maar gedaan.
Stel je voor: ik stond op een crosstrainer met uitzicht op weilanden, twee molens, twee kerktorens en veel vogels. Hoe Nederlands wil je het hebben?
Terwijl ik crosstrainde keek ik daar naar en voelde iets van verwondering.
Er kwamen mensen langs, sommigen keken, misschien dachten ze er iets bij maar misschien ook niet.
Maar ik was aan het bewegen met een prachtig uitzicht, gratis en voor niets.
Dit is er ook. Maar ik kan het niet altijd zien en zeker niet voelen. Maar dit had ik vandaag even nodig.