De moed vinden om de pijn te doorleven en een plaats te geven, is ook mijn handicap. Tranen die dan kunnen opwellen, die teruggedrongen worden, omdat het nu even niet uitkomt. Het komt niet uit op het moment, het is niet de juiste plaats, mensen in de nabijheid die er niets mee nodig hebben of angst voor rode, dikke ogen dat niet uit komt. Ik moet immers nog weg, naar mijn werk of zo anders. Verdringen daar ben ik enig in, niet laten merken daar ben ik enig in, opkroppen daar ben ik enig in. De deur af en toe op een kiertje zetten, dan wel overdag, en wanneer het mij uitkomt daar ben ik enig in. De deur met een knal dichtslaan al de pijn te groot, te hevig is, daar ben ik in afgestudeerd.