Lieve mini,
Ongeveer een jaar geleden raakte ik zwanger van jou. Niet gepland, papa en mama waren nog niet zo lang bij elkaar. Door de corona waren we wel heel veel bij elkaar. Na de eerste schrik, waren we ook vreselijk blij. Al snel maakten we plannen. Gingen we officieel samenwonen. Jou kamertje werd klaar gemaakt, spulletjes gekocht. Wat waren we trots dat we een dochter kregen. Papa maakte al hele plannen, wil met je mee als je later uit gaat. Wees niet bang, dat gaat niet gebeuren. Ik was een stuk onzekerder. Kan ik wel een goede moeder zijn? Dat je een vlotte tante bent, bleek al bij je geboorte. Je wilde niet netjes wachten en kwam te vroeg. Wat was je klein, maar oh zo mooi! Na een paar dagen mochten we naar huis. Je krijgt borstvoeding en de eerste weken waren niet makkelijk. Tot ze er achter kwamen dat je tongriempje te kort was. Een kleine ingreep, die mama erger vond dan jij zelf. Daarna ging het gelukkig goed. Je eerste lachje, wat gaat het snel! Al snel lach je de hele dag door. Of iets moet niet naar je zin zijn. Dan laat je dat ook wel even goed weten. Vooral in de nacht heb je niet altijd zin om te slapen. Langzaam krijg je nu je groentehapjes. Wat je lekker vindt, gaat er in als zoete koek. Wat je niet lekker vindt, laat je gewoon je mond uit sijpelen. Boos kijken kan je ook. Tot wij beginnen te lachen en dan dan lach je met ons mee. Nog steeds ben je een echte mini. Maar je groeit wel goed door, dus dat komt wel goed. Steeds meer komt je karaktertje te voorschijn. Alles moet snel, veel geduld heb je niet. Maar ook ben je vrolijk. Als ik je uit je bedje haal, krijg ik meteen de liefste lach. Je drinkt nog steeds bij mij. We genieten er samen van. Steeds meer kijk je mij aan, om af en toe even te stoppen voor een lach of gewoon even kletsen. Sinds kort hebben we een bubbelbad. In het begin vond jij het maar gek. Maar nu geniet je daar zo van. Ons poesebeest begint ook wel interessant te worden. Je volgt hem helemaal en verteld hele verhalen aan Timo. Andersom vindt Timo jou ook wel leuk. Hij zoekt je steeds vaker op. Tot je begint te huilen, dan is hij weg. Lief klein meisje, nog geen weet van de wereld. Wat hou ik ontzettend veel van jou! Wat ben jij een geschenk voor ons. Vaak ben ik onzeker, ben ik wel een goede mama voor jou? Mijn onzekerheid, mij zelf niet goed genoeg vinden, niet van mijzelf houden. Ik ga er mee aan de slag. Zodat jij straks niet mijn onzekerheid over gaat nemen. Dat je opgroeit met de gedachte dat je goed bent zoals je bent. Want dat ben je! Nu moet mama dat nog leren. Maar dat gaat goed komen, dat beloof ik je!