Ik had, of heb nog welhoor soms, telefoneerangst. Toen ik thuis werkte dronk ik voordat ik een telfoontjepleegde vaak wat biertjes. Nadat ik het telefoontje eerder al had uitgesteld.
Nu heb ik veelminder last van, heb werk gehad waarvoor ik veel belde, en op een gegeven moment verdween het gewoon dat ik van te voren helemaal ging uitdenken wat ik ging vragen en zeggen. Dat heeft toch geen zin, het loopt toch anders. En als ik wat vergeet bel ik gewoon weer.