Ik dronk alleen, héél soms in gezelschap. Als ik in gezelschap had gedronken, al was het er maar één, ging ik thuis verder. Ik kon niet wachten tot ik thuis was, de 1e is al de trigger, dan is het kwaad al geschied. Stoppen gaat dan niet meer. Het feit is gewoon dat ik niet met drank kan stoppen, héél vroeger was dat al vaak zo. Als ik uit ging of thuis een etentje gaf, gewoon bezoek had, ik dronk altijd net effe meer dan de ander. Het geeft mij rust dat ik niet meer hoef. Trek heb ik niet meer, ik weet dat het mij niets oplevert de 1e te nemen.