Sowhat, Loop ik gisteren op de Haarlemmerstraat, moet ik plassen en niet zo"n beetje ook. Ik zeg tegen Anna, ga jij vast naar ome Albert voor de boodschappen, ik kom straks. Duik ik zo'n bruin café in. Mag ik hier even... Ja dat was goed. Ik gaf 50 eurocent. Hé dat hoeft niet hoor. Ik zei pak aan, uit een goed hart. Zie ik de klanten aan de bar hangen en in de spiegel zag ik ze nog een keer. Het praten met stemverheffing, de gezwollen taal, de ietwat rode gezichten. Ik had er niets meer mee. Ik ging naar oom Albert en was blij dat het niet meer hoeft.