INTRO
Als het lichaam wil gaan liggen
maar de geest nog rechtop staat
en je ogen een café zien
iets verder langs de straat
Je kijkt uit over de haven
en je kijkt nog eens omhoog
recht in het licht van de lantaarn
vlak nadat de boom bewoog
MARLENE
Ik hou van de regen die m’n wang slaat
de spetterende vonken in het licht
van de regen, de Amsterdamse regen
ik vertraag m’n pas en doe m’n ogen dicht
Ik denk aan je handen en je fonkelende blik
en je wonderlijke ogen in je lachende gezicht
in de regen, de Amsterdamse regen
o Marlène neem me mee, neem me mee
Deze stad houdt van een doodgewone jongen
niet te pakken, maar zonder schone schijn
je hoort het op de straten en de pleinen
in jouw armen kan ik iemand anders zijn
Het valt vandaag niet mee om oké te zijn
ik zeg je nu vaarwel Marlène
Thë Lau.