Er was een tijd van ooit
Ik had een man en
ik had kinderen
Ik had ook werk
Iedere dag reed ik vanuit mijn werk
naar het UMGC, het ziekenhuis
Daar lag mijn vader aan allerlei draadjes
Hij zei; Je hoeft niet elke dag te komen
En haal die lippenstift van je mond
Help me even met die draadjes
Duhuu, zei ik
En ik hielp
De verschijselen vooraf zijn weer terug
Ik maak me geen zorgen
Ook al gaat hij niet naar de dokter
Ik ben er
Ook zonder lipstick
Ik had het liever anders gezien.